Je brengt best niet enkel je kledij in lijn met je karakter. In een interieur dat afgestemd is op jouw kleuren en stijl kom je elke dag weer thuis en krijg je energie.
Tip 1: stem je interieur af op je kleurtype
- Ben je een koud type (winter of zomer)? Dan voel jij je het best in een strak, modern interieur met wit metaal en veel glas. Als wintertype kies je daarbij best voor harde, pure kleuren, als zomertype eerder voor gedempte, zachtere tinten.
- Ben je een warm type (lente of herst)? Dan spreekt een warme inrichting met hout, steen en geel metaal jou zeker aan. Lentetypes vullen dit aan met speelse, kleurige elementen, herfsttypes gaan voor nonchalante gezelligheid en een link met de natuur.
- Warm/koude types voelen zich best in een interieur met wit en geel metaal, hout, steen en glas. Een zomer-lente legt zachte, spontane accenten, een winter-herfst combineert antiek, modern en donker. En een middentype mixt dit alles.
Tip 2: zoek naar een compromis met je partner
Zijn jullie hetzelfde kleurtype? Dan begrijpen jullie elkaar meteen, ook in interieurkwesties : )
Vaker zijn partners andere karakter- en dus kleurtypes. Is dat bij jullie het geval? Zoek dan een compromis. Dat lukt probleemloos als jullie aanvullende types zijn, bijvoorbeeld een winter-zomer en een lente-herfst. Zijn jullie winter en zomer, dan zullen jullie creatief moeten zijn. Het voordeel? Dat levert vaak een verrassend mooie interieur op!
Tip 3: vergeet alle anderen
Familie, vrienden, kennissen: maak je geen zorgen over wat zij van jullie inrichting zullen vinden. Als mensen bij jullie passen, dan zullen ze zich ook thuis voelen in jullie interieur.